Leven is een berg bedwingen
die dreigend uit de wolken steekt,
langs de steile wanden klimmen
tot waar men om genade smeekt.
Tot waar je om genade smeekt,
kapotgemaakt in weer en wind,
verdroogd, tot op het bot verkild,
je huid verhard, je oog verblind,
je korte baard van ijs en vilt,
je sterke armen lopen dood
in vingers die gevormd uit lood
hun werking hebben opgeschort,
je hart beweegt uit alle macht
en zuurstofarm verschaft je bloed
nog flarden van de heldenmoed
die je tot deze hoogte bracht.
* * *
George Mallory was een Engelse bergbeklimmer die leek voorbestemd voor de ‘first ascent’ van de Mount Everest. Hij was een product van het Britse Rijk rond de Eerste Wereldoorlog. Getekend door zijn ervaringen aan het front ontwikkelde Mallory een obscuur verlangen naar doodsgevaar en heldendom. Met de elegantie van Vaslav Nijinsky bewoog hij zich langs steile hellingen.
Bij de derde Britse Mount Everest expeditie, in 1924, deed Mallory samen met Andrew Irvine een ultieme poging om de top te bereiken. Toen beiden niet terugkeerden naar ‘Camp 6’, ontstond de mythe van Mallory en Irvine als eerste bedwingers van de Everest. Ze belichaamden een Brits gevoel van superioriteit dat na het Zuidpoolfiasco van Robert Falcon Scott geen nieuwe blessures verdroeg.
Op 1 mei 1999 stuitte een Amerikaans-Brits-Duitse expeditie op het gemummificeerde lichaam van George Mallory, zo’n 700 meter onder de top. Het had een groot gat in het voorhoofd en twee breuken in het rechter been. Het lichaam van Andrew Irvine is nog steeds niet teruggevonden