Terra Nova

Heya pony’s, trek de sleden!
Ze kruisen telkens lager breedten
tot ze aan de wereld hangen
als vliegen aan een wit plafond.

Terzijde gaan verpopte mannen.
Heya pony’s, paardenoffers
in Scott zijn ondoordachte strijd.
Het oog verblind, de hoop gericht

op roem, fortuin, een heldendicht
als opmaat voor onsterfelijkheid.
Heya pony’s, wat is genade anders
dan de wisse dood? De eeuwige

sneeuw rijgt een snoer van kadavers.
Uit de schitterende vlakte
steekt een kleine tabernakel.
Heya pony’s, langs de hemel

dravend voor de zonnewagen.
Phaëton laat de leidsels vieren,
stort zich razend naar beneden,
scheert over de kale masten

van het schip dat onbewogen
wacht op haar bemanningsleden.

* * *

De strijd om de zuidpool werd op 14 december 1911 gewonnen door Roald Amundsen. De grote verliezer was Robert Falcon Scott die dieëndertig dagen later hetzelfde punt bereikte. De overwinning van Amundsen was mede gebaseerd op zijn keuze voor sledehonden. Hij ging op reis met tweeënvijftig honden, waarvan hij, eenmaal aangekomen op het Antarctisch plateau, volgens plan een vierentwintigtal doodde om de overige te voeden.

Scott koos voor zijn expeditie voor de combinatie van sledehonden, Mantsjoerijse pony’s, en gemotoriseerde en handgetrokken sleden. Zijn voorkeur voor pony’s berustte op de diepe Britse afkeer van het gebruik van sledehonden en op de goede ervaringen van Ernest Shackleton tijdens zijn eerdere poolreis. De dieren werden in Siberië gekocht door een Britse hondenhandelaar die zich liet afschepen met tweederangs exemplaren. Van de zeventien witte pony’s – die waren volgens Shackleton sterker dan de zwarte – waarmee de expeditie begon, stierf de helft tijdens de voorbereiding. Dat was behalve aan hun gestel ook te wijten aan hun voeding. In afwijking van Shackleton gaf Scott de pony’s een graanmengsel zonder vlees, terwijl juist dat laatste een onmisbare energiebron vormde. Door hun tegenvallende prestaties zag hij zich genoodzaakt om het grootste voedseldepot achtenveertig kilometer noordelijker te maken dan aanvankelijk de bedoeling was, hetgeen achteraf een fatale misrekening zou blijken. Op 9 december, na een sneeuwstorm, werden al de laatste, uitgeputte pony’s afgeschoten. Blijkens een notitie van expeditiegenoot Edward Wilson werd hun verlies nauwelijks betreurd: ‘Thank God the horses are now done with, and we begin the heavier work ourselves.’

Amundsen zette op de zuidpool een tent op. Aan de verlengde nok wapperden kleine vlaggen van Noorwegen en van de Fram, het schip waarmee Amundsen naar de Zuidpool voer. In de tent liet Amundsen van alles achter: een sextant, een hypsometer (om de hoogte te meten op basis van het kookpunt van water), drie schoenenwarmers van rendierbont, een aantal kamiks (zachte eskimolaarzen van rendierbont) en wanten, en nog een paar kleinigheden. Ook legde hij daar een map met een brief aan de Noorse koning Hakon VII en enkele woorden aan Scott. De brief was bedoeld als bewijs van zijn overwinning, in geval de terugtocht hem fataal zou worden. Maar op 25 januari was Amundsen alweer bij de Fram, samen met elf sledehonden.

‘Heya’ vormde rond 1970 de nationale aanmoediging voor nationale schaatshelden als Jan Bols, Kees Verkerk en vooral Ard Schenk.

%d bloggers liken dit: