Op 7 mei 1997 schreef Adriaan Jaeggi in De Groene Amsterdammer een stuk onder de titel ‘Lijkenlucht’. Hij besprak daarin mijn poëziebundel Sabel en Keel (1991) die hij voor een habbekrats had aangeschaft bij het moderne antiquariaat van Rob van Gennep aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Ik was in die tijd geen lezer van De Groene en werkte als manager bij Philips Design in Eindhoven; het was mijn secretaresse die me op Jaeggi’s stuk attendeerde. Dit leidde bij mij vervolgens tot enige verwarring, want ik dacht dat mijn dichterschap een gepasseerd, nachtelijk station was. Aanvankelijk was ik ook boos, met een ondertoon van bittere teleurstelling, omdat mijn uitgever mijn werk had verkwanseld. Maar ik was ook trots en ervoer wel degelijk een soort van postume erkenning. Na verloop van tijd zag ik in dat Sabel en Keel nog niet zo slecht terecht was gekomen. Ik was tenslotte zelf een trouwe klant geweest van de boekwinkel, waar mijn dichtwerk nu zijn laatste kans kreeg.
Over lijkenlucht gesproken, er rust geen zegen op Sabel en Keel: Adriaan Jaeggi overleed in 2008, Marten Jongema, ontwerper van het omslag en één van mijn docenten aan de Rietveld Academie, stierf in 2011, en het moderne antiquariaat sloot alweer jaren geleden zijn deuren.
* * *
In Amsterdam, op de Nieuwezijds Voorburgwal vlak bij het Spui, bevindt zich een grote boekhandel. Het is geen gewone boekwinkel; het heet een ‘modern antiquariaat’, wat betekent dat de boeken er minder kosten dan in normale winkels. Ik kom er graag, want ze hebben er veel en vindt altijd dingen waarnaar je niet op zoek was, maar toch moest ik steeds even slikken als ik een forse stapel uitgezochte boeken bij de kassa neerleg en een bedrag betaal waarvoor je in een restaurant geen fatsoenlijke maaltijd krijgt.
Helemaal achter in de winkel, aan de rechterkant, staat een grote kast met dichtbundels. Daar bevindt zich het werk van Dingeman Kuilman. Eén bundeltje met veertig gedichten, titel Sabel en Keel. Vroeger, toen het in de gewone boekhandels lag, kostte het f 29,90. Ik mocht het voor f 4,90 meenemen.
Van Dingeman Kuilman heb ik nog nooit gehoord. Ik zal de enige niet zijn. Achter op het boek staat een onscherp fotootje van een vriendelijke jongeman met een wat behoedzame blik, geboren in 1961. Voor zover ik weet is dit het enige boek dat van hem verschenen is, en daar is geen enkele goede reden voor. Zijn gedichten zijn prachtig, melancholiek zonder sentimenteel te zijn (ik weer haast niets wat moeilijker is dan dat), met vondsten die alleen deze dichter had kunnen bedenken. Elk gedicht heeft de pretentie die de enig geoorloofde is: een heel goed gedicht te zijn.
Sinds ik twee exemplaren van Sabel en Keel heb gekocht, ongeveer een half jaar geleden, is de stapel niet kleiner geworden. Ik kom nog steeds regelmatig in die winkel, want het lijkt wel of er steeds grotere schrijvers komen te liggen. John Fantes Wait Until Spring Bandini ligt er (vertaald), en ook kocht ik er de eerste verhalenbundels van A.M. Homes, The Safety of Objects, nog voor ze de roman publiceerde waar ze nu beroemd mee is. Er liggen werkelijk prachtige gebonde uitgaven van klassieke Russen (Gontsjarovs Oblomov, niet verkocht voor f29,90, nu voor 2 gulden minder; A Sportman’s Notebook van Toergenjev is 27 gulden in waarde gedaald), gedrukt op papier zo glad als dure lakens, met leeslint en een extra beschermend omslag. Op tafels midden in de winkel liggen talloze foto- en plaatwerken, in stapels te groot om te overzien.
Het ligt daar maar.
Het moet er zijn, ik weet het. De boekhandels stromen over, de magazijnen barsten uit hun voegen, en als er paar jaar minder dan veertig exemplaren van een boek verkocht worden, is het de opslagkosten niet meer waard.
De meeste boeken zijn de kosten van opslag al snel niet meer waard. Daarom zijn deze winkels er, en elk boek dat daar toch nog zijn weg vindt naar de lezer, is er een.
Maar de laatste tijd, als ik er binnenga, ruik ik ook de lijkenlucht. Niet die van dode schrijvers, maar van dode boeken. Boeken hebben geen gevoel en geen geheugen, maar schrijvers onthouden alles. Misschien dat Dingeman Kuilman ooit nog een beroemd dichter wordt, zoals hij zou moeten zijn, maar nooit zal hij die eerste bundel vergeten, die ‘voor een lagere prijs aan de boekhandel aangeboden’ werd, toen hij niet meer werd verkocht.
God behoede hen die naar de ramsj moeten.