Rede

Zeewaardig als een ledikant
is het schip dat zijn hand
te water laat.

De mannen aan de reling
zijn onherkenbaar klein.
Ze ademen verveling.

Onder jagende wolken
keert een schip naar de kant
of verdwijnt in de golven.

* * *

Op 3 februari 1942 huilde mijn grootvader. Dat was de dag waarop de marinewerf van Soerabaja werd gebombardeerd door de Japanse luchtmacht. Mijn grootvader heette Dingeman Bakker en groeide op in de omgeving van Alblasserdam. Toen zijn ouders bezweken aan tuberculose, werd hij opgevoed in het gezin van zijn oudste broer. Geworteld in het gereformeerde geloof ontwikkelde hij zich tot een ernstige jongeman. Dingeman trouwde met Pietertje van den Berg. Ze emigreerden samen naar Nederlands Indië en vestigden zich in Soerabaja (Surabaya). Daar kregen ze een zoon en drie dochters: Lena, Gerrit, Truus en Elly. De jongste dochter zou later mijn moeder worden.

Via de avond-vaktekenschool klom hij op tot (hoofd)technisch ambtenaar bij de marine. Hij werkte op scheepswerven, in Nederland en Nederlands Indië, en in de oorlog in Zuid-Afrika. In zijn schaarse vrije tijd bouwde hij scheepsmodellen, onder meer van het passagiersschip Oranje.

Dingeman Bakker overleed op 22 mei 1958 ‘in de ouderdom van 63 jaar’. De tekst boven zijn rouwbericht komt uit de tweede brief van de apostel Paulus aan de Korintiërs: ‘Mijn genade is u genoeg.’

Omdat ik werd vernoemd naar haar overleden echtgenoot, gaf mijn oma Pietertje me als aandenken een boek en een album met documenten en foto’s. Het boek was Koningen, scheepsbouwers en zeevaarders door A. Vreugdenhil, dat Dingeman kort voor zijn overlijden cadeau kreeg van ‘het personeel marine/A.B.O.M.IJ’. Het album, een geel plakboek met spiraalbinding, lijkt inderhaast in elkaar gezet. Foto’s, brieven en knipsels geven een indruk van een leven werkzaam leven dat door de oorlog werd ontwricht.

In het gele album bevinden zich onder meer:
– Officiële foto’s van proefvaarten en tewaterlatingen in Nederland en Zuid-Afrika.
– Snapshots van het bombardement op de marinewerf van Soerabaja: een brandende olietank, de geruïneerde bankwerkerij, een verwoest ‘dok met jager’, een half gezonken boot, de chaotische kade.
– Een aantal referenties, waaronder deze van Marine-correspondent D. Mooldijk:

‘De heren Bakker en Zaadnoordijk blonken bij deze hout-scheepsbouw zoozeer uit, dat zij al spoedig in 1943 – naar Knysna werden overgeplaatst om de leiding te nemen in de aanbouw van Fairmiles, 110 voet lange houten M.L. (Motor Launches), gebruikt voor patrouille werk.’

– Ansichtkaarten van Knysna en Kaapstad, een toeristische brochure voor George, The Wilderness en Krysna (Zuid Afrika).
– Een Rode Kruis-bericht (‘Message, not exceeding 25 words’) van 14 juli 1943 aan Jannigje Bakker in Beekbergen:

‘Geliefde Zuster, Tot heden gezond. Lena getrouwd. Zestien maanden van huis. Geen bericht van Pietje met de kinderen. Gerrit krijgsgevangen in Japan. Blijf vertrouwen. Gegroet Dingeman Bakker.’

– Een paspoort, uitgegeven in Kaapstad op 5 oktober 1944.
– Een gelukstelegram, verstuurd door zijn zwager Luppo in 1945:

‘Just received from Singapore: “PIETJE ELLY TRUUS SEMARANG LENA ATZE JO CHILDREN BATAVIA GERRIT MANILLA ALL GOOD HEALTH STOP”’.

Lena was vlak voor de oorlog getrouwd met Atze. Jo was de vrouw van Luppo en de zus van Pietertje.
– Een passagebiljet van Rotterdam naar Batavia op 18 september 1947 met het troepen-transportschip Indrapoera en een ‘movement order’ van The Royal Netherlands Indies Army om met de HMS Tromp van Singapore naar Soerabaja te reizen.
– Een briefje van 2 februari 1948, van de Commissie van Administratie der Gereformeerde Kerk van Soerabaja:

‘Zeer geachte Broeder, Hiermede zeggen wij U gaarne hartelijk dank voor Uw bijdrage ad f 500,- (vijf honderd Gulden) voor de Kerk over de bezettingstijd en Uw verlofperiode in Nederland.’

– Een menukaart van de M.S. Sibajak van vrijdag 24 december 1948, toen hij zijn laatste reis maakte van Indonesië naar ‘huis’.

Advertentie
%d bloggers liken dit: